Inoxprijzen zijn bij momenten zeer volatiel, kenners zullen dit wel weten. Ijzer en aluminiumprijzen kennen ook hun schommelingen, maar roestvast staal fluctueert toch sterker. Daarenboven is het bijzonder moeilijk om prijsstijgingen of prijsdalingen te voorspellen, zeker op middellange tot lange termijn.

Uiteraard worden trends meer zichtbaar als je jarenlang de inoxprijzen opvolgt, maar zelfs dan blijft het koffiedik kijken. En, terwijl prijswijzigingen vroeger toch min of meer enkele maanden op voorhand ingeschat konen worden is dit nu helemaal niet meer het geval. Desalniettemin zijn er een aantal factoren die een invloed hebben op de prijs. Een eerste bepalende factor voor de prijs van inox is de zogenaamde ‘basisprijs’. Dit is een prijs die door de producenten wordt vastgelegd en wordt sterk beïnvloed door vraag en aanbod. Terwijl vroeger producenten vaak kost wat kost wilden produceren, waardoor het aanbod de vraag overtrof en de prijzen wel eens durfden kelderen, zie je in deze economische crisis dat de producenten eerder geneigd zijn om productiecapaciteit af te bouwen om zo het aanbod beter af te stemmen op de teruggevallen vraag. Een tweede aspect die een belangrijke invloed heeft op het prijsniveau van de meest gebruikte inoxmaterialen (waaronder RVS304) is de ‘legeringstoeslag’, dewelke zeer sterk gerelateerd is aan de notering van de nikkelkoers op de internationale markten. Uiteraard speelt ook hier vraag en aanbod een rol, maar evenzeer is de invloed van speculanten die inzetten op de grondstoffenmarkt aanzienlijk. Hierdoor wordt de koers van de nikkel voor een stuk losgekoppeld van de reële economie en krijg je soms zeer volatiele inoxprijzen waar niemand mee gebaat is. De legeringstoeslag heeft een vrij belangrijke invloed op de volatiliteit van de inoxprijzen. De toeslagen worden bekend telkens op het einde van de maand en zijn dus gelinkt aan de nikkelkoersen. Gezien het feit dat het een internationale markt is, speelt ook de koers van de dollar een rol. Het feit dat de inoxmarkt een internationale markt is, merken wij aan verschillende factoren: als wij materiaal bestellen, is dit in minstens de helft van de gevallen niet in België gestockeerd, maar wordt dit toegeleverd vanuit Duitsland, Nederland, Italië, ... Voor speciale materialen vaak uit Groot-Britannië of zelfs uit de US. En als er een onevenwicht is op de markt (bv als de prijzen op de Europese markt vrij hoog liggen ten opzicht van de rest van de wereld), worden we binnen de kortste keren overspoeld met materiaal van Aziatische origine. De notering van de schrootprijs is een vierde belangrijke prijsbepalende factor. Deze is opnieuw sterk gerelateerd aan vraag en aanbod op wereldniveau (op dit moment is de vraag vanuit Azië groot) en wordt sterk beïnvloed door de nikkelkoers. Verder zijn er uiteraard een aantal bijkomende factoren die een invloed hebben op de materiaalprijzen. Regelmatig zie je dat ook geruchten op de markt aanleiding geven tot schommelingen (een staking in een mijn, een schip dat ergens geblokkeerd ligt, de Chinezen die alles aan het opkopen zijn…). Soms heb ik de indruk dat dit soort geruchten bewust gelanceerd worden om de vraag tijdelijk op te krikken. Op middellange termijn is voor mij de beste voorspeller de gezondheid van de wereldeconomie zelf. Gaat het slecht met de economie? Dan zakken de prijzen. En gaat het goed, dan stijgen ze. Maar is dit niet met alles zo? Maar op korte termijn zijn zowel wij als de grote handelaren overgeleverd aan de willekeur van de internationale markten en vallen de schommelingen nauwelijks te voorspellen....

25 augustus 2011