Inox, roestvast staal, roestvrij staal of RVS, allemaal synoniemen van elkaar, maar wat is inox precies en door welk proces wordt zijn corrosiebestendigheid verhoogd?

De juiste definitie van roestvast staal is ‘een ijzerlegering waar minimaal 10,5% chroom aan toegevoegd werd en die maximaal 1,2% koolstof bevat. Deze waarden zijn immers het omslagpunt waarop staal een zelfherstellende oxidelaag begint te vormen (ook wel oxidehuid of passivatielaag genoemd), waardoor het onderliggende metaal beschermd wordt en de corrosieweerstand sterk verbetert. Deze oxidelaag (en de naam zegt het zelf) wordt spontaan gevormd door contact met de lucht (zuurstof) en resulteert in een laag die passief is en dus corrosiebestendiger is. Roestvast staal is dus technisch het juiste woord, niet roestvrij. Wordt het staaloppervlakte door omstandigheden beschadigd, komt in eerste instantie de ijzerlegering opnieuw vrij zonder oxidehuid. Op dit moment is het materiaal extra kwetsbaar, maar in de regel herstelt de oxidelaag zichzelf spontaan, opnieuw in contact met de lucht. Uiteraard bestaan er zeer veel verschillende ijzerlegeringen die aan de definitie van ‘roestvast staal’ voldoen, de ene al meer corrosiebestendig dan de andere. Naast ijzer, chroom en koolstof worden eveneens stoffen als nikkel, molybdeen, titaan e.d. toegevoegd. De meest gebruikte legering, RVS304 bestaat uit 18% chroom en 8% nikkel.

16 augustus 2011